Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling


Inleiding

Wanneer een kinderopvangorganisatie geconfronteerd wordt met signalen van kindermishandeling in de thuissituatie, een geweld- of zedendelict door een medewerker van de kinderopvang of seksueel grensoverschrijdend gedrag door kinderen op de opvang is het van belang dat hier op een professionele manier mee wordt omgegaan. Dit protocol is, met inachtneming van geldende wetgeving, opgesteld om kinderopvangorganisaties handvatten te bieden in dit soort situaties.  

Verantwoordelijkheid en taken binnen een gastouderbureau

Binnen het werkproces van een gastouderbureau spelen meer partijen een rol, daarom is hiervoor specifiek een toelichting opgenomen. De verschillende partijen zijn de gastouder met eventuele eigen kinderen en andere volwassenen in diens huishouden (huisgenoten), de (vraag)ouder met diens kind(eren) en de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. Zowel het kind dat wordt opgevangen als het kind van de gastouder kan slachtoffer zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling en zowel dader als slachtoffer zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zowel de gastouder (en andere volwassenen in diens huishouden) als de (vraag)ouder als iemand anders in de directe omgeving kan dader zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling.  

  • De gastouder dient te kunnen signaleren en deskundig te zijn in het herkennen en bespreken van signalen die kunnen wijzen op huiselijk geweld en kindermishandeling. De gastouder dient ook alert te zijn op signalen die wijzen op seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Deze signalen dienen zo snel mogelijk te worden neergelegd bij de bemiddelingsmedewerker. De aandachtsfunctionaris dient met de gastouder te overleggen welke rol hij/zij heeft in vervolgstappen (zoals observeren of een gesprek voeren met de vraagouder). De verantwoordelijkheid voor het volgen van de stappen ligt bij de aandachtsfunctionaris, de directie van het gastouderbureau is eindverantwoordelijk. Een gastouderbureau wordt geadviseerd om de deskundigheidsbevordering van gastouders op dit onderwerp een structurele plek te geven in het scholingsplan.
  • De aandachtsfunctionaris heeft een centrale en adviserende rol in de stappen rond het signaleren en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling in huiselijke kring. Het advies is daarom om een aandachtsfunctionaris in te stellen. Deze medewerker is alert op het onderwerp huiselijk geweld en kindermishandeling en dient het onderwerp te bespreken bij intakes met gastouder en vraagouder. Daarom lijkt de bemiddelingsmedewerker de aangewezen persoon om op te treden als aandachtsfunctionaris. Hij/zij moet deskundig zijn in het signaleren, handelen en delen van zorg en op de hoogte zijn van de werkwijze van de meldcode en de afspraken binnen de eigen organisatie. Het wordt sterk aanbevolen om de aandachtsfunctionarissen hierin te scholen.  
  • De houder of directie van het gastouderbureau draagt de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit protocol. De houder/directie is er verantwoordelijk voor dat de meldcode wordt opgenomen in het zorgbeleid en/of veiligheidsbeleid en dat deze aansluit op werkprocessen binnen de organisatie.  

De houder/directie draagt er zorg voor dat de gastouders op de hoogte zijn van de meldcode en er naar kunnen handelen.  

De houder/directie stelt een aandachtsfunctionaris aan en geeft deze mandaat en de ruimte om deze functie naar behoren uit te oefenen.  

De houder/directie is bij het vermoeden van een geweld- of zedendelict door een collega verplicht om in contact te treden met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs en ook tot het doen van aangifte indien er sprake is van een reëel vermoeden.  

De houder/directie vervult daarnaast een centrale rol bij signalen van een mogelijk geweld- of zedendelict door een collega en de route grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling.

Gastouder en (vraag)ouder kunnen beide signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling neerleggen bij de aandachtsfunctionaris. Deze zal in beperkte mate zelf signalen kunnen herkennen aangezien hij/zij beperkt aanwezig is gedurende de opvang. In alle gevallen verzamelt de aandachtsfunctionaris signalen en zet vervolgstappen.

De taken en verantwoordelijkheden van een aandachtsfunctionaris kunnen zowel worden neergelegd bij een bemiddelingsmedewerker als bij een direct leidinggevende. Dit is afhankelijk van de grootte van het gastouderbureau en de afspraken die hierover intern worden gemaakt. Het is aan te bevelen om als gastouderbureau ten minste één aandacht functionaris aan te stellen.  

Klik HIER om de meldcode te bekijken

Bijlagen